Dutch Meaning of bighead
opschepper
Other Dutch words related to opschepper
- arrogantie
- Ego
- trots
- trots
- ijdelheid
- eigenliefde
- zelfgenoegzaamheid
- Zelfgenoegzaamheid
- eigenwaan
- verwaandheid
- vertrouwen
- egoïsme
- plechtigheid
- opgeblazenheid
- zelfverheerlijking
- zelfoverschatting
- Zelfbelang
- Zelfliefde
- eigen mening
- zelfgenoegzaamheid
- Smugheid
- Superioriteit
- Dikke kop
- ijdelheid
- ijdelheid
- zelfgenoegzaamheid
- ijdeltuiterij
- garantie
- minachting
- Egoïsme
- Arrogantie
- hybris
- heerszucht
- verhevenheid
- overmoed
- veronderstelling
- Voorwendsel
- Voorwendsel
- pretentie
- pretentie
- Zelfhandhaving
- zelfvertrouwen
- zelfvertrouwen
- Zelfvertrouwen
- Egoïsme
- zelfrespect
- Zelfrespect
- zelfingenomenheid
- snobisme
- hooghartigheid
- Zelfveronderstelling
- Zelfverheerlijking
- grootheidswaanzin
Nearest Words of bighead
Definitions and Meaning of bighead in English
bighead (n)
any of various diseases of animals characterized by edema of the head and neck
FAQs About the word bighead
opschepper
any of various diseases of animals characterized by edema of the head and neck
arrogantie,Ego,trots,trots,ijdelheid,eigenliefde,zelfgenoegzaamheid,Zelfgenoegzaamheid,eigenwaan,verwaandheid
onzekerheid,Nederigheid,Nederigheid,bescheidenheid,Altruïsme,verlegenheid,zelfvertrouwen,verlegenheid,Schuchterheid,Ongevoeligheid
bigha => bigha, biggonnet => Grote hoed, biggon => biggon, biggish => vrij groot, bigging => opblazen,