Dutch Meaning of self-righteousness

zelfingenomenheid

Other Dutch words related to zelfingenomenheid

Definitions and Meaning of self-righteousness in English

Webster

self-righteousness (n.)

The quality or state of being self-righteous; pharisaism.

FAQs About the word self-righteousness

zelfingenomenheid

The quality or state of being self-righteous; pharisaism.

gekunsteldheid,gekunsteldheid,bedrog,bedrog,bedriegelijkheid,oneerlijkheid,Dubbelzinnigheid,perfidie,Voorwendsel,Voorwendsel

echtheid,eerlijkheid,oprechtheid,Oprechtheid,directheid ,recht door zee,eerlijkheid,openheid,Integriteit,oprechtheid

self-righteously => zelfingenomen, self-righteous => Zelfingenomen, self-reverence => zelfrespect, self-restraint => Zelfbeheersing, self-restraining => zelfbeheersing,