Dutch Meaning of bailing
borgtocht
Other Dutch words related to borgtocht
- vertrekkende
- vluchtend
- evacuerend
- vluchtend
- verkrijgen
- gaan
- bewegend
- stoppen met roken
- begin
- uitgang
- Verlaten
- boeking
- uitsnijden
- emigreren
- vliegen
- afscheid
- Uithalen
- uittredend
- terugtrekken
- skippen
- Opstijgen
- intrekking
- redden
- wegwezen
- zoemen (weg)
- opruimen
- Opruimen
- uitgraven
- afstappen
- Gaan
- inpakken (omhoog of weg)
- pellen
- De inzet verhogen
- Afzetten
- Duwen
- Langslopend
- uitval
- Duwen (naar voren)
- wandelend
- Een wandeling maken
- wandelen
- wandeling
- voortvluchtig
- verdaging
- Vertrekken
- deserteren
- verlating
- verwijderen
- weglopend
- ontruiming
- wegstoppen
- uitgaan
- uitgaan
- op reis gaan
- verlichting
- prikken
- trekken staken
- scat
- vluchten
- beginnen
- naar buiten gaan
- staking
- wegwezen
- opschieten
Nearest Words of bailing
Definitions and Meaning of bailing in English
bailing (p. pr. & vb. n.)
of Bail
FAQs About the word bailing
borgtocht
of Bail
vertrekkende,vluchtend,evacuerend,vluchtend,verkrijgen,gaan,bewegend,stoppen met roken,begin,uitgang
aankomende,komende,resterende,verblijf,blijvend,nadert,sluiting,woning,raken,logies
bailiffwick => gerechtsgebied, bailiffship => baljuwschap, bailiff => deurwaarder, bailie => baljuw, bailey bridge => Baileybrug,