Dutch Meaning of piking (out or off)
prikken
Other Dutch words related to prikken
- uitsnijden
- vertrekkende
- verkrijgen
- gaan
- bewegend
- Uithalen
- Opstijgen
- redden
- wegstoppen
- wegwezen
- zoemen (weg)
- opruimen
- Opruimen
- uitgraven
- uitgang
- afstappen
- Gaan
- op reis gaan
- inpakken (omhoog of weg)
- pellen
- De inzet verhogen
- Afzetten
- Duwen
- Langslopend
- uitval
- Duwen (naar voren)
- wandelend
- wegwezen
- wandelen
- wandeling
- borgtocht
- boeking
- vluchtend
- evacuerend
- vluchtend
- vliegen
- afscheid
- stoppen met roken
- uittredend
- terugtrekken
- weglopend
- begin
- intrekking
- uitgaan
- uitgaan
- trekken staken
- beginnen
- naar buiten gaan
- staking
- Een wandeling maken
- opschieten
- Verlaten
- voortvluchtig
- Vertrekken
- deserteren
- emigreren
- verlating
- verwijderen
- skippen
- ontruiming
- verlichting
- scat
- vluchten
Nearest Words of piking (out or off)
Definitions and Meaning of piking (out or off) in English
piking (out or off)
No definition found for this word.
FAQs About the word piking (out or off)
prikken
uitsnijden,vertrekkende,verkrijgen,gaan,bewegend,Uithalen,Opstijgen,redden,wegstoppen,wegwezen
aankomende,komende,resterende,Verschijnen,opduiken,blijvend,nadert,sluiting,woning,logies
piking => pikken, pikes (out or off) => (pieken (uit of af)), pikes => snoeken, piker => vrek, pikemen => piekeniers,