Dutch Meaning of emigrating
emigreren
Other Dutch words related to emigreren
- borgtocht
- vertrekkende
- migrerende
- bewegend
- uitgang
- verhuizen
- Reset
- voortvluchtig
- boeking
- uitsnijden
- Vertrekken
- vluchtend
- evacuerend
- vluchtend
- vliegen
- verkrijgen
- gaan
- afscheid
- Uithalen
- stoppen met roken
- skippen
- begin
- Opstijgen
- redden
- wegwezen
- zoemen (weg)
- opruimen
- Opruimen
- defect
- uitgraven
- afstappen
- Gaan
- inpakken (omhoog of weg)
- pellen
- Afzetten
- Duwen
- Langslopend
- uitval
- beginnen
- Duwen (naar voren)
- wandelend
- staking
- opschieten
- wandeling
- Verlaten
- verdaging
- deserteren
- verlating
- verwijderen
- uittredend
- terugtrekken
- weglopend
- ontruiming
- intrekking
- wegstoppen
- uitgaan
- uitgaan
- verlichting
- prikken
- scat
- vluchten
- naar buiten gaan
Nearest Words of emigrating
Definitions and Meaning of emigrating in English
emigrating (p. pr. & vb. n.)
of Emigrate
FAQs About the word emigrating
emigreren
of Emigrate
borgtocht,vertrekkende,migrerende,bewegend,uitgang,verhuizen,Reset,voortvluchtig,boeking,uitsnijden
aankomende,komende,woning,immigrant,resterende,bezinken,verblijf,blijvend,logies,vertragen
emigrated => emigreerde, emigrate => emigreren, emigrant => Emigrant, emictory => urineleider, emiction => urineren,