Dutch Meaning of went (with)
ging (met)
Other Dutch words related to ging (met)
- gemengd (met)
- gemengd (met)
- in overeenstemming met
- gecoördineerd (met)
- Geharmoniseerd (met)
- naartoe gekomen
- aangevuld
- overeenkomstig met
- geëvenaard
- match
- parallel
- aangevuld
- bedroeg
- bedroeg
- benaderd
- uitgebalanceerd
- gecontrabalanceerd
- echo
- geëvenaard
- gemeten (omhoog)
- Gespiegeld
- naderde
- deelnemen (aan)
- Herhaald
- rivaliserend
Nearest Words of went (with)
Definitions and Meaning of went (with) in English
went (with)
to move on a course
FAQs About the word went (with)
ging (met)
to move on a course
gemengd (met),gemengd (met),in overeenstemming met,gecoördineerd (met),Geharmoniseerd (met),naartoe gekomen,aangevuld,overeenkomstig met,geëvenaard,match
No antonyms found.
went (on) => voortzetten (met), went (for) => ging (voor), went (by) => ging (langs), went (away) => ging (weg), welts => striemen,