Dutch Meaning of went (on)
voortzetten (met)
Other Dutch words related to voortzetten (met)
- ontstond
- kwam naar beneden
- gebeurde
- Gebeurde
- was
- ging naar beneden
- overkomen
- voordeed
- kwam
- kwam los
- verscheen
- per toeval
- gekookt
- deed
- heeft plaatsgevonden
- geslaagd
- gebeurd
- ontstond
- bijgesneden (omhoog)
- ontwikkeld
- viel uit
- gevolgd
- gebeurd
- intervenieerde
- gematerialiseerd
- voortging
- geresulteerd
- roos
- gevormd
- sprong (op)
- omhoog gesprongen
- bleek
- wegging
Nearest Words of went (on)
Definitions and Meaning of went (on) in English
went (on)
a stupid person, a man hired to terrorize or eliminate opponents, a person hired to terrorize or beat up or kill opponents, to talk especially in an effusive manner, to continue on or as if on a journey, proceed, to take place, to keep on, enforcer sense 2b
FAQs About the word went (on)
voortzetten (met)
a stupid person, a man hired to terrorize or eliminate opponents, a person hired to terrorize or beat up or kill opponents, to talk especially in an effusive ma
ontstond,kwam naar beneden,gebeurde,Gebeurde,was,ging naar beneden,overkomen,voordeed,kwam,kwam los
No antonyms found.
went (for) => ging (voor), went (by) => ging (langs), went (away) => ging (weg), welts => striemen, welterweights => weltergewicht,