Dutch Meaning of unfaithfully
ontrouw
Other Dutch words related to ontrouw
- constante
- toegewijd
- betrouwbaar
- toegewijd
- vroom
- plichtsgetrouw
- trouw
- snel
- loyaal
- betrouwbaar
- verantwoordelijk
- standvastig
- standvastig
- stabiel
- betrouwbaar
- WAAR
- bevestigd
- vastbesloten
- intentie
- vastberaden
- vast
- Watervast
- geprobeerd
- betrouwbaar
- onwankelbaar
- onverwijld
- in lijn
- vurig
- gretig
- enthousiast
- vurig
- vurig
- gepassioneerd
- hardnekkig
- gepassioneerd
- beëdigd
- Bewezen en betrouwbaar
- onwrikbaar
- betrouwbaar
Nearest Words of unfaithfully
Definitions and Meaning of unfaithfully in English
unfaithfully (r)
in an unfaithful undependable unreliable manner
FAQs About the word unfaithfully
ontrouw
in an unfaithful undependable unreliable manner
ontrouw,ontrouw,verraderlijk,verraderlijk,onbetrouwbaar,ONJUIST,wispelturig,aarzelend,inconsistent, onbetrouwbaar,onverantwoordelijk
constante,toegewijd,betrouwbaar,toegewijd,vroom,plichtsgetrouw,trouw,snel,loyaal,betrouwbaar
unfaithful => ontrouw, unfaith => ongeloof, unfairness => onrechtvaardigheid, unfairly => onrechtvaardig, unfair => oneerlijk,