Dutch Meaning of faltering
aarzelend
Other Dutch words related to aarzelend
- aarzeling
- aarzeling
- aarzeling
- pauze
- vertraging
- beraadslaging
- besluiteloosheid
- besluiteloosheid
- onzekerheid
- aarzeling
- Wankel
- wachten
- wankel
- wiebelend
- <ins>achterliggende gedachte</ins>
- vermijding
- overweging
- debat
- twijfel
- lafhartigheid
- Het hek openlaten
- hakkelend
- onzekerheid
- besluiteloosheid
- onbepaaldheid
- onpasselijkheid
- bezorgdheid
- uitstel
- tegenzin
- tweede gedachte
- besluiteloos
- dralen
- Schuchterheid
- onwil
Nearest Words of faltering
Definitions and Meaning of faltering in English
faltering (n)
the act of pausing uncertainly
faltering (s)
unsteady in speech or action
faltering (p. pr. & vb. n.)
of Falter
faltering (a.)
Hesitating; trembling.
faltering (n.)
Falter; halting; hesitation.
FAQs About the word faltering
aarzelend
the act of pausing uncertainly, unsteady in speech or actionof Falter, Hesitating; trembling., Falter; halting; hesitation.
aarzeling,aarzeling,aarzeling,pauze,vertraging,beraadslaging,besluiteloosheid,besluiteloosheid,onzekerheid,aarzeling
zekerheid,zekerheid,vertrouwen,Besluitvaardigheid,Vastheid,besluit,Vlugheid,besluitvaardigheid,gretigheid,paraatheid
faltered => aarzelde, falter => twijfelen, falstaffian => Falstaffiaans, falstaff => Falstaff, falsity => valsheid,