Dutch Meaning of tried-and-true
beproefd
Other Dutch words related to beproefd
- goed
- betrouwbaar
- verantwoordelijk
- veilig
- vast
- WAAR
- berekenbaar
- constante
- betrouwbaar
- trouw
- loyaal
- veilig
- standvastig
- stabiel
- sterk
- zeker
- geprobeerd
- betrouwbaar
- betrouwbaar
- Moedergesteente
- bevestigd
- toegewijd
- effectief
- snel
- foutloos
- stevig
- eerlijk
- Onberispelijk
- Onfeilbaar
- onberispelijk
- bewezen
- oprecht
- vastberaden
- geluid
- Watervast
- standvastig
- vertellen
- trouw
- onfeilbaar
- onberispelijk
- onbetwistbaar
- geldig
- gevalideerd
- betrouwbaar
- ontrouw
- dubieus
- ontrouw
- wispelturig
- verraderlijk
- twijfelachtig
- verraderlijk
- verraderlijk
- onzeker
- onbetrouwbaar
- ontrouw
- onbetrouwbaar
- Onveilig
- onwaar
- onbetrouwbaar
- ONJUIST
- discutabel
- Misleidend
- oneerlijk
- discutabel
- dubieus, onbetrouwbaar
- twijfelachtig
- verdacht
- gevaarlijk
- inconsistent, onbetrouwbaar
- liegen
- leugenachtig
- problematisch
- problematisch
- lafaard
- Risicovol
- schaduwrijk
- wiebelig
- verdachte
- onzeker
- ondeugdelijk
- onbeproefd
- onwaarachtig
- twijfelachtig
- onbevestigd
Nearest Words of tried-and-true
Definitions and Meaning of tried-and-true in English
FAQs About the word tried-and-true
beproefd
goed,betrouwbaar,verantwoordelijk,veilig,vast,WAAR,berekenbaar,constante,betrouwbaar,trouw
ontrouw,dubieus,ontrouw,wispelturig,verraderlijk,twijfelachtig,verraderlijk,verraderlijk,onzeker,onbetrouwbaar
tried out => geprobeerd, tried one's hand (at) => zijn hand proberen (in), tricolors => Tricolores, tricksters => bedriegers, tricks => trucs,