Dutch Meaning of true-blue
trouw
Other Dutch words related to trouw
- toegewijd
- toegewijd
- vroom
- trouw
- goed
- loyaal
- standvastig
- standvastig
- WAAR
- vurig
- constante
- snel
- vurig
- gepassioneerd
- vroom
- Watervast
- stabiel
- in lijn
- gretig
- bevestigd
- betrouwbaar
- vastbesloten
- plichtsgetrouw
- enthousiast
- vurig
- gepassioneerd
- intentie
- hardnekkig
- betrouwbaar
- vastberaden
- verantwoordelijk
- serieus
- vast
- beëdigd
- geprobeerd
- Bewezen en betrouwbaar
- betrouwbaar
- betrouwbaar
- onwankelbaar
- onverwijld
- onwrikbaar
- Doorgewinterd
Nearest Words of true-blue
Definitions and Meaning of true-blue in English
true-blue (s)
marked by unswerving loyalty
true-blue (a.)
Of inflexible honesty and fidelity; -- a term derived from the true, or Coventry, blue, formerly celebrated for its unchanging color. See True blue, under Blue.
true-blue (n.)
A person of inflexible integrity or fidelity.
FAQs About the word true-blue
trouw
marked by unswerving loyaltyOf inflexible honesty and fidelity; -- a term derived from the true, or Coventry, blue, formerly celebrated for its unchanging color
toegewijd,toegewijd,vroom,trouw,goed,loyaal,standvastig,standvastig,WAAR,vurig
ontrouw,ontrouw,wispelturig,inconsistent, onbetrouwbaar,onverantwoordelijk,verraderlijk,verraderlijk,verraderlijk,ontrouw,onbetrouwbaar
true warbler => Echte Grasmus, true vocal fold => Ware stemband, true vocal cord => Ware stemband, true vampire bat => Echte vampiervleermuis, true up => afstemming,