Dutch Meaning of tricking (out)
foppen (uit)
Other Dutch words related to foppen (uit)
- sieren
- decoreren
- drapering
- verrijkende
- vanging
- accessoires
- toedoen
- aankleden
- aankleden
- Versieren
- Glinsterend (of oplichtend)
- aankleden
- aankleden
- opknappen (van iets)
- opstelling
- Verfraaiing
- versiering
- wapen
- opfleurend
- versiering
- jacht
- dek
- doet
- dressing
- verfraaiing
- brandende
- Reliefbedrukking
- borduren
- Girlandes
- verfrissend
- ruches
- versiering
- versierende
- hangend
- sieren
- Trimmen
- Opzichtige versiering
- Opsmukken
- slim
- bazig
- vlechten
- veren
- uitzoeken
- Fileteren
- Flapperend
- randen
- franje
- guirlandes
- gemming
- vergulden
- parelen maken
- juwelen
- juwelen
- veters
- Schilderij
- banden
- krans
- applicatie
- diamanten
- filigraan
- parelmoer
- herinrichting
- opnieuw doen
- opscheppen
Nearest Words of tricking (out)
Definitions and Meaning of tricking (out) in English
tricking (out)
to dress (someone or oneself) especially in an unusual or elaborate way, to decorate or equip (something) in an extravagant way
FAQs About the word tricking (out)
foppen (uit)
to dress (someone or oneself) especially in an unusual or elaborate way, to decorate or equip (something) in an extravagant way
sieren,decoreren,drapering,verrijkende,vanging,accessoires,toedoen,aankleden,aankleden,Versieren
schendende,ontsierend,demontage,Tonen,blootstelling,ontsiering,onthullend,litteken,vereenvoudigen,verwennen
trickeries => trucs, tricked (out) => beetgenomen, trick (out) => misleiden, trichologist => Tricholoog, trices => Triceps,