Dutch Meaning of marring
ontsiering
Other Dutch words related to ontsiering
- donkerder
- vergiftiging
- verwennen
- Kleuring
- besmetting
- ontroerend
- zwarting
- Gebrek
- corrupte
- vernederend
- diskwalificerend
- vervormend
- verlaging
- vervuilende
- smeren
- vervuiling
- aanslag
- nietigverklarand
- smetten
- vernederend
- verbasterend
- besmeuring
- bezoedeling
- vervagen
- goedkoper maken
- troebel
- Kleuren
- vernederend
- losbandig
- vernederend
- demoraliserend
- verdorven
- bevuilend
- verkleuring
- Beschimpen
- onterend
- vervuiling
- verdraaien
- beschamend
- kelderen
- verteren
- Draaien
- bekladden
- Vlekkerig maken
- vuil worden
- ondermijnend
Nearest Words of marring
- marrier => bruidegom
- married woman => Getrouwde vrouw
- married person => getrouwde persoon
- married man => getrouwde man
- married couple => getrouwd koppel
- married => getrouwd
- marriageable => Huwbaar
- marriageability => Huwbaarheid
- marriage settlement => huwelijkse voorwaarden
- marriage proposal => Huwelijksaanzoek
Definitions and Meaning of marring in English
marring (p. pr. & vb. n.)
of Mar
FAQs About the word marring
ontsiering
of Mar
donkerder,vergiftiging,verwennen,Kleuring,besmetting,ontroerend,zwarting,Gebrek,corrupte,vernederend
reiniging,verheffend,zuiverend,verheerlijking,vergrotende,verheffend,waardig,verheven,verankerende,heiliging
marrier => bruidegom, married woman => Getrouwde vrouw, married person => getrouwde persoon, married man => getrouwde man, married couple => getrouwd koppel,