Dutch Meaning of cheapening
goedkoper maken
Other Dutch words related to goedkoper maken
- verlaging
- reducerend
- dempend
- vernederend
- afschrijving
- deprimerend
- krimpen
- kelderen
- devaluerende
- Devaluering
- Downgraden
- markeren
- opschrijvend
- inkorting
- breken
- comprimeren
- contracteren
- downsizen
- afnemende
- vermindering
- modererend
- onderschatting
- leeglopend
- Demonetisering.
- onderschatten
- Verkoop onder de prijs
- onderschatting
- afboeken
- waarderen
- versterkende
- opblazen
- upgrade
- toevoegen
- versterking
- vergroten
- een opgeblazen gevoel
- opblazen
- boostend
- uitvergroot
- uitbreidend
- uitbreiding
- Hoogte
- toenemend
- maximaliseren
- vermenigvuldiger
- opvoeding
- Zwelling
- escalerend
- Markering
- Overschatting
- grootmakend
- ballonnen
- samengestelde
- verwijdende
- overbeoordeling
- overwaarderen
- overprijzing
- omhoog
Nearest Words of cheapening
Definitions and Meaning of cheapening in English
cheapening (p. pr. & vb. n.)
of Cheapen
FAQs About the word cheapening
goedkoper maken
of Cheapen
verlaging,reducerend,dempend,vernederend,afschrijving,deprimerend,krimpen,kelderen,devaluerende,Devaluering
waarderen,versterkende,opblazen,upgrade,toevoegen,versterking,vergroten,een opgeblazen gevoel,opblazen,boostend
cheapener => verlager, cheapened => afgeprijsd, cheapen => goedkoop maken, cheap shot => Goedkoop schot, cheap money => goedkoop geld,