Dutch Meaning of timorousness
schuwheid
Other Dutch words related to schuwheid
- angst
- zorg
- lafhartigheid
- angst
- aarzeling
- Schuchterheid
- schuchterheid
- bezorgdheid
- angst
- verlegenheid
- Gênant
- besluiteloosheid
- Inhibitie
- besluiteloosheid
- terughoudendheid
- verlegenheid
- schuwheid
- alarm
- wekker
- beperking
- lafheid
- Lafheid
- lafheid
- Verstoring
- Verslagenheid
- besluiteloosheid
- besluiteloosheid
- paniek
- Lafheid
- van streek
- garantie
- brutaliteit
- stoutmoedigheid
- vertrouwen
- ingewanden
- Onbezorgdheid
- zenuw
- nonchalance
- zelfvertrouwen
- onbezorgdheid
- vermetelheid
- ruggengraat
- dapperheid
- Bedachtzaamheid
- coolness
- Moed
- Gedurfd
- besluitvaardigheid
- Besluitvaardigheid
- onverschrokkenheid
- vezel
- Vastheid
- sterkte
- Moed
- grind
- Gumption
- Onverschrokkenheid
- Moed
- vastberadenheid
- besluit
- Zelfverzekerdheid
- zelfvertrouwen
- pit
- Dapperheid
- ballen
- Onbeschaamdheid
- moed
- Onverschrokkenheid
- onbeschaamdheid
- gal
- Moed
- vermetelheid
- onverschrokkenheid
Nearest Words of timorousness
Definitions and Meaning of timorousness in English
timorousness (n)
fear of the unknown or unfamiliar or fear of making decisions
fearfulness in venturing into new and unknown places or activities
FAQs About the word timorousness
schuwheid
fear of the unknown or unfamiliar or fear of making decisions, fearfulness in venturing into new and unknown places or activities
angst,zorg,lafhartigheid,angst,aarzeling,Schuchterheid,schuchterheid,bezorgdheid,angst,verlegenheid
garantie,brutaliteit,stoutmoedigheid,vertrouwen,ingewanden,Onbezorgdheid,zenuw,nonchalance,zelfvertrouwen,onbezorgdheid
timorously => schuchter, timorous => schuchter, timorese => Oost-Timorees, timor sea => Timorzee, timor => Timor,