Dutch Meaning of sure-enough
zeker
Other Dutch words related to zeker
- actueel
- authentiek
- certificeerbaar
- gecertificeerd
- echt
- eerlijk
- origineel
- echt
- onmiskenbaar
- WAAR
- echt
- bona fide
- Echt
- historisch
- identificeerbaar
- wettig
- juridisch
- legitiem
- pucka
- pukka
- zuiver
- rechts
- erg
- degelijk
- nauwkeurig
- Correct
- onbetwistbaar
- onbetwistbaar
- onbetwistbaar
- ongetwijfeld
- onweerlegbaar
- juist
- bewezen
- herkenbaar
- onvervalst
- onvermengd
- Onloochenbaar
- ongetwijfeld
- onbetwistbaar
- gevalideerd
- Verifieerbaar
- geverifieerd
- waarachtig
- gestaafd
Nearest Words of sure-enough
Definitions and Meaning of sure-enough in English
FAQs About the word sure-enough
zeker
actueel,authentiek,certificeerbaar,gecertificeerd,echt,eerlijk,origineel,echt,onmiskenbaar,WAAR
kunstmatig,vals,vervalsing,Factisch,nep,imitatie,spotten,vals,nep,pseudo
sure thing => Zeker weten, sure enough => natuurlijk, sure as shooting => zeker weten, sure => zeker, surd => doof,