Dutch Meaning of prognosticate
voorspellen
Other Dutch words related to voorspellen
Nearest Words of prognosticate
- prognostication => prognose
- prognosticative => prognostisch
- prognosticator => prognosticator
- program => programma
- program library => Programmabibliotheek
- program line => Programregel
- program music => Programmamuziek
- program trading => programmahandel
- programing => Programmeren
- programing language => Programmeertaal
Definitions and Meaning of prognosticate in English
prognosticate (v)
make a prediction about; tell in advance
indicate, as with a sign or an omen
FAQs About the word prognosticate
voorspellen
make a prediction about; tell in advance, indicate, as with a sign or an omen
voorspellen,aankondigen,verwachten,augur,voorspelling,voorspellen,voorbode,profetie,lezen,waarschuwen
Beschrijven,verwijzen,Rapport,vertellen,vertellen,reciteren,navertellen
prognostic => prognostisch, prognosis => prognose, progne subis => Purperzwaluw., progne => Progne, prognathous => prognathisch,
