Dutch Meaning of predisposition
aanleg
Other Dutch words related to aanleg
- affiniteit
- aanleg
- apparaten
- neiging
- neiging
- verslaving
- genegenheid
- eetlust
- gebogen
- Bias
- bot
- aard
- genie
- Geschenk
- impuls
- aanleg
- leunend
- partijdigheid
- neiging
- voorliefde
- voorkeur
- neiging
- Neiging
- talent
- beurt
- op maat gemaakt
- Excentriciteit
- dotatie
- Faculteit
- luxe
- gunst
- flair
- genegenheid
- sterkte
- gewoonte
- gewoonte
- Idiosyncrasie
- zoals
- sympathie
- partijdigheid
- patroon
- eigenaardigheid
- Oefening
- oefening
- vooroordeel
- eigenaardigheid
- singulariteit
- specialiteit
- Specialiteit
- smaak
- eenzijdigheid
Nearest Words of predisposition
Definitions and Meaning of predisposition in English
predisposition (n)
susceptibility to a pathogen
an inclination beforehand to interpret statements in a particular way
a disposition in advance to react in a particular way
FAQs About the word predisposition
aanleg
susceptibility to a pathogen, an inclination beforehand to interpret statements in a particular way, a disposition in advance to react in a particular way
affiniteit,aanleg,apparaten,neiging,neiging,verslaving,genegenheid,eetlust,gebogen,Bias
Allergie,afkeer,Loskoppeling,ongenoegen,afkeer,Tegengestaan,Afkeer,Neutraliteit,objectiviteit,apathie
predisposed => aanleg voor, predispose => predisponeren, predilection => voorliefde, predigested => Voorverteerd, predigest => Voorverteren,