Dutch Meaning of passing (down)
(doorgeven (naar beneden))
Other Dutch words related to (doorgeven (naar beneden))
- overhandiging
- make-over
- afslaan
- vervreemdend
- toewijzen
- na te laten
- verlenen
- afstand
- prijzend
- verlenen
- bijdragend
- transporterend
- doneren
- toekenning
- overhandiging
- vertrek
- presenterend
- afstand doen
- overdragen
- verzendende
- draaien
- bereid
- vervreemdend
- begaan
- verzenden
- notariële akte
- levering
- toevertrouwen
- vertrouwelijk
- leasing
- lenen
- laten
- lening
- bewegend
- voorbijgaand
- Vrijlating
- huren
- overgave
- vol vertrouwen
- verwerving
- toegeeflijk
Nearest Words of passing (down)
Definitions and Meaning of passing (down) in English
passing (down)
No definition found for this word.
FAQs About the word passing (down)
(doorgeven (naar beneden))
overhandiging,make-over,afslaan,vervreemdend,toewijzen,na te laten,verlenen,afstand,prijzend,verlenen
onteigend
passes over => passeert, passes away => overlijdt, passes (on) => gaat voorbij (aan), passes => komt voorbij, passengers => passagiers,