Dutch Meaning of trusting

vol vertrouwen

Other Dutch words related to vol vertrouwen

Definitions and Meaning of trusting in English

Wordnet

trusting (a)

inclined to believe or confide readily; full of trust

Webster

trusting (p. pr. & vb. n.)

of Trust

Webster

trusting (a.)

Having or exercising trust; confiding; unsuspecting; trustful.

FAQs About the word trusting

vol vertrouwen

inclined to believe or confide readily; full of trustof Trust, Having or exercising trust; confiding; unsuspecting; trustful.

Vertrouwelijk,vertrouwend,vol zelfvertrouwen,onschuldig,naïef,eenvoudig,Accepterend,argeloos,gelovige,zeker

wantrouwend,twijfelachtig,twijfelend,wantrouwend,wantrouwend,ongelovig,dubieus,aarzelend,ongelovig,achterdochtig

trustiness => Betrouwbaarheid, trustily => betrouwbaar, trustfulness => betrouwbaarheid, trustfully => vol vertrouwen, trustful => vertrouwend,