Dutch Meaning of confident
vol zelfvertrouwen
Other Dutch words related to vol zelfvertrouwen
- verzekerd
- hoopvol
- optimistisch
- trots
- veilig
- zelfverzekerd
- zelfverzekerd
- verzameld
- samengesteld
- evenwichtig
- Serene
- zelfingenomen
- onverstoord
- zelfgenoegzaam
- ijdel
- cool
- koelbloedig
- gedisciplineerd
- egoïstisch
- egoïstisch
- egoïstisch
- egoïstisch
- onverstoorbaar
- belangrijk
- gevoelloos
- aanmatigend
- pompeus
- trots
- herinnerd
- roos** (ˈroːs)
- optimistisch
- zelfverzekerd
- egocentrisch
- zelfgenoegzaam
- ingebeeld
- zelfingenomen
- bedaard
- zelfredzaam
- zelfgenoegzaam
- zelfvoorzienend
- Verwaand
- rustig
- onverstoorbaar
- onwankelbaar
- onwrikbaar
- optimistisch
- ijdel
- ijdel
- zelf getroffen
- zelfingenomen
- zelfvoldaan
- zelfingenomen
- onbewust
Nearest Words of confident
- confidential => vertrouwelijk
- confidential adviser-advisee relation => Vertrouwensadviseur-klantrelatie
- confidential information => vertrouwelijke informatie
- confidentiality => vertrouwelijkheid
- confidentially => Vertrouwelijk
- confidently => zelfverzekerd
- confiding => Vertrouwelijk
- confidingly => vertrouwelijk
- configuration => Configuratie
- configurational => configuratie-
Definitions and Meaning of confident in English
confident (a)
having or marked by confidence or assurance
confident (s)
persuaded of; very sure
not liable to error in judgment or action
FAQs About the word confident
vol zelfvertrouwen
having or marked by confidence or assurance, persuaded of; very sure, not liable to error in judgment or action
verzekerd,hoopvol,optimistisch,trots,veilig,zelfverzekerd,zelfverzekerd,verzameld,samengesteld,evenwichtig
verlegen,nederig,Onveilig,bescheiden,nerveus,verlegen,niet-assertief,verlegen,bescheiden,zenuwachtig
confidence trick => vertrouwensklap, confidence man => oplichter, confidence game => Vertrouwensspel, confidence => vertrouwen, confide => toevertrouwen,