Dutch Meaning of next-door
naast
Other Dutch words related to naast
Nearest Words of next-door
Definitions and Meaning of next-door in English
FAQs About the word next-door
naast
dichtbij,in de buurt van,nabij,naburige,aangrenzend,aangrenzend,bij de hand,close-up,komende,onmiddellijk
weg,diep,ver gelegen,ver,afgelegen,Gescheiden,veraf,ver weg,gescheiden,verwijderd
next to => naast, next door to => naast, newswomen => Journalisten, newsweekly => Weekblad, newsweeklies => Nieuwsweekbladen,