Dutch Meaning of interconnects
Interconnects
Other Dutch words related to Interconnects
Nearest Words of interconnects
- interconnecting => onderling verbonden
- intercommunicating => Met elkaar verbonden
- intercommunicated => met elkaar verbonden
- intercessors => voorbidders
- interceders => voorsprekers
- intents => intenties
- intentions => Intenties
- intends => van plan is
- intendance => intendance
- intelligences => Intelligenties
- interdictions => verboden
- interdicts => interdicts
- interests => interesses
- interfacing => Interface
- interfere (with) => bemoeien (met)
- interfered (with) => zich bemoeid (met)
- interferences => Interferenties
- interferers => stoorzenders
- interferes (with) => bemoeit zich (met)
- interfering (with) => bemoeien (met)
Definitions and Meaning of interconnects in English
interconnects
to be or become mutually connected, to connect with one another
FAQs About the word interconnects
Interconnects
to be or become mutually connected, to connect with one another
kettingen,verbindt,Koppels,integreert,Links,Snaren,verbindt,combineert,verbindingen,concateneert
verbreekt,scheidt,deelt,onderdelen,afzonderlijke,splitsingen,ontkoppelt,klieft,lostrekt,ontkoppelt
interconnecting => onderling verbonden, intercommunicating => Met elkaar verbonden, intercommunicated => met elkaar verbonden, intercessors => voorbidders, interceders => voorsprekers,