Dutch Meaning of interfering (with)
bemoeien (met)
Other Dutch words related to bemoeien (met)
- beschamend
- belemmerende
- handicap
- belemmerend
- belemmerend
- obstruerend
- vastbinden
- tegenhouden
- bindend
- blokkering
- verstopping
- beperkende
- vertragend
- verstoring
- hinderlijk
- Handboeien
- Hinken
- remmend
- boeien
- beperkende
- vastgeketend
- Beperking
- kramp
- Iemands stijl belemmeren
- belemmerend
- een zware tijd geven
- ophoudend
- belemmerende
- meeslepend
- verbijsterend
- tegenstribbeling
- barricaderen
- bindend
- Blokkeren
- ketting
- controle
- verstikking
- beperkend
- stoeprand
- doen ontsporen
- frustrerend
- aarzelend
- aan de riem
- Reining
- retinend
- Vertragend
- Kortsluiting
- verstikkend
- verstikkend
- internetdelen
- dwarsboomde
- belemmerend
- binding
- vastzitten
- remmen
- Hedging (in)
- zoom
- vastbinden van varkens
- het blokkeren
- saboterend
- binden
Nearest Words of interfering (with)
- interferes (with) => bemoeit zich (met)
- interferers => stoorzenders
- interferences => Interferenties
- interfered (with) => zich bemoeid (met)
- interfere (with) => bemoeien (met)
- interfacing => Interface
- interests => interesses
- interdicts => interdicts
- interdictions => verboden
- interconnects => Interconnects
Definitions and Meaning of interfering (with) in English
interfering (with)
to stop or slow (something), to touch (a child) in a sexual and improper way
FAQs About the word interfering (with)
bemoeien (met)
to stop or slow (something), to touch (a child) in a sexual and improper way
beschamend,belemmerende,handicap,belemmerend,belemmerend,obstruerend,vastbinden,tegenhouden,bindend,blokkering
helpend,assisterend,faciliterend,helpend,opening,clearing,bevrijdend,bevrijdend,Vrijlating,weg banen
interferes (with) => bemoeit zich (met), interferers => stoorzenders, interferences => Interferenties, interfered (with) => zich bemoeid (met), interfere (with) => bemoeien (met),