Dutch Meaning of short-circuiting
Kortsluiting
Other Dutch words related to Kortsluiting
- beschamend
- belemmerende
- belemmerend
- belemmerend
- obstruerend
- blokkering
- verstopping
- beperkende
- vertragend
- verstoring
- hinderlijk
- Handboeien
- handicap
- Hinken
- remmend
- beperkende
- vastgeketend
- dwarsboomde
- Beperking
- vastbinden
- kramp
- belemmerend
- vastbinden van varkens
- bemoeien (met)
- belemmerende
- bindend
- meeslepend
- verbijsterend
- tegenstribbeling
- barricaderen
- bindend
- Blokkeren
- ketting
- controle
- verstikking
- beperkend
- stoeprand
- doen ontsporen
- verijdelen
- frustrerend
- aarzelend
- aan de riem
- boeien
- vastgelopen
- muilkorf
- Reining
- onderdrukkend
- retinend
- Vertragend
- verstikkend
- verstikkend
- verbijsterend
- verstikkend
- internetdelen
- belemmerend
- binding
- vastzitten
- remmen
- Iemands stijl belemmeren
- een zware tijd geven
- tegenhouden
- ophoudend
- het blokkeren
- saboterend
- onderdrukkend
- binden
Nearest Words of short-circuiting
- short-circuited => kortsluiting
- short-circuit => kortsluiting
- short-change => te weinig geven
- shortcake => Shortcake
- short-breathed => kortademig
- shortbread cookie => Shortbread
- shortbread => Shortbread
- short-bodied => Kort van lijf
- short-billed marsh wren => Kortsnavelwinterkoning
- short-billed => Kortbek
Definitions and Meaning of short-circuiting in English
short-circuiting (p. pr. & vb. n.)
of Short-circuit
FAQs About the word short-circuiting
Kortsluiting
of Short-circuit
beschamend,belemmerende,belemmerend,belemmerend,obstruerend,blokkering,verstopping,beperkende,vertragend,verstoring
helpend,assisterend,clearing,faciliterend,helpend,opening,bemoedigend,bevrijdend,bevrijdend,lossen
short-circuited => kortsluiting, short-circuit => kortsluiting, short-change => te weinig geven, shortcake => Shortcake, short-breathed => kortademig,