Dutch Meaning of integrality
integriteit
Other Dutch words related to integriteit
- essentieel
- inherent
- Intrinsiek
- basis
- ingebouwd
- kenmerkend
- constitutioneel
- constitutief
- kenmerkend
- Elementair
- hardnekkig
- fundamenteel
- hardwired
- erfelijk
- immanent
- Aangeboren
- inteelt
- Inheems
- ingebed
- geërfd
- aangeboren
- binnen
- Inheems
- natuurlijk
- aangeboren
- diepgeworteld
- habituel
- in iemands bloed zitten
- ingeworteld
- binnenste
- binnenland
- intern
- normaal
- eigenaardig
- regelmatig
- typisch
Nearest Words of integrality
- integrally => integraal
- integrant => bestanddeel
- integrate => integreren
- integrated => geïntegreerd
- integrated circuit => Geïntegreerde schakeling
- integrated data processing => Geïntegreerde gegevensverwerking
- integrated logistic support => Geïntegreerd logistiek support
- integrating => integrerend
- integration => integratie
- integrative => Integratief
Definitions and Meaning of integrality in English
integrality (n)
the state of being total and complete
integrality (n.)
Entireness.
FAQs About the word integrality
integriteit
the state of being total and completeEntireness.
essentieel,inherent,Intrinsiek,basis,ingebouwd,kenmerkend,constitutioneel,constitutief,kenmerkend,Elementair
adventief,vreemdeling,overbodig,Uiterlijk,buitenlands,incidenteel,oppervlak,toevallig,verworven,toevallig
integral calculus => Integraalrekening, integral => integraal, integrable => Integreerbaar, integrability => integreerbaarheid, integer => Geheel getal,