Dutch Meaning of instructed
geïnstrueerd
Other Dutch words related to geïnstrueerd
- geïnformeerd
- geschoold
- bekwaam
- getraind
- academisch
- academisch
- boekachtig
- didactisch
- didactisch
- verlicht
- geleerd
- pedant
- gepolijst
- professorale
- autodidact
- ervaren
- Goed opgevoed
- geïnformeerd
- autodidact
- cerebraal
- beschaafd
- Verbouwd
- belezen
- opgeleid
- Erudiet
- hoogdravend
- Cutureel
- inktpot
- intellectueel
- deskundig
- geletterd
- geletterd
- geraffineerd
- wetenschappelijk
- Autodidact
- Thuisonderwijs
- overgekwalificeerd
- polymatisch
Nearest Words of instructed
- instructer => Instructeur
- instructible => Instructief
- instructing => instruerend
- instruction => instructie
- instruction book => Gebruiksaanwijzing
- instruction execution => Instructie-uitvoering
- instruction manual => Handleiding
- instructional => instruerend
- instructions => instructies
- instructive => instructief
Definitions and Meaning of instructed in English
instructed (imp. & p. p.)
of Instruct
FAQs About the word instructed
geïnstrueerd
of Instruct
geïnformeerd,geschoold,bekwaam,getraind,academisch,academisch,boekachtig,didactisch,didactisch,verlicht
duister,donker,analfabeet,onbeschaafd,Ongeschoold,ongeletterd,Analfabeet,banaal,Halfgeletterd,onbewerkt
instruct => instrueren, instroke => trek, instratified => gelaagd, instore => In de winkel, instop => instop,
