Dutch Meaning of incapableness
onvermogen
Other Dutch words related to onvermogen
Nearest Words of incapableness
- incapably => onbekwaam
- incapacious => onbevredigend
- incapacitate => onbekwaam maken
- incapacitated => arbeidsongeschikt
- incapacitating => onbekwaamheid
- incapacitation => incapaciteit
- incapacities => incapaciteiten
- incapacity => arbeidsongeschiktheid
- incapsulate => inkapselen
- incapsulation => Inkapseling
Definitions and Meaning of incapableness in English
incapableness (n)
lack of potential for development
the quality of not being capable -- physically or intellectually or legally
incapableness (n.)
The quality or state of being incapable; incapability.
FAQs About the word incapableness
onvermogen
lack of potential for development, the quality of not being capable -- physically or intellectually or legallyThe quality or state of being incapable; incapabil
Invaliditeit,onvermogen,Onbekwaamheid,onvermogen,arbeidsongeschiktheid,incompetentie,incompetentie,ineffectiviteit,ineffectiviteit,ineffectiviteit
vermogen,capaciteit,Energie,Vuurkracht,kracht,paardenkracht,misschien,spier,Kracht,macht
incapable => incapabel, incapability => onvermogen, incanting => bezwerend, incantatory => bezwerende, incantation => bezwering,