Dutch Meaning of homeschool
Thuis onderwijs
Other Dutch words related to Thuis onderwijs
- Oefening
- vertrouwd maken met
- grond
- meedelen
- informeren
- prediken
- voorbereiden
- priemgetal
- kwalificeren
- Versregel
- beknopt
- onderrichten
- coach
- geschikt
- gids
- bekwaam maken
- inprenten
- initiëren
- inboezemen
- inboezemen
- lezing
- Mentor
- moraliseren
- heropvoeden
- kleuterschool
- Opnieuw onderrichten
- bijscholen
- stichten
- verlichten
- implantaat
- introduceren
- lood
- achterste
- Laten zien
Nearest Words of homeschool
Definitions and Meaning of homeschool in English
homeschool
to teach (one's children) at home, to teach school subjects to one's children at home
FAQs About the word homeschool
Thuis onderwijs
to teach (one's children) at home, to teach school subjects to one's children at home
Oefening,vertrouwd maken met,grond,meedelen,informeren,prediken,voorbereiden,priemgetal,kwalificeren,Versregel
No antonyms found.
homes (in on) => huizen (in), homes => huizen, homemakers => huisvrouwen, homelands => thuislanden, homed (in on) => gericht (op),
