Dutch Meaning of go past
voorbijgaan
Other Dutch words related to voorbijgaan
No Synonyms and anytonyms found
Nearest Words of go past
- go steady => Een vaste relatie hebben
- go through => doorlopen
- go through the motions => Dezelfde bewegingen blijven maken
- go through with => met doorgaan
- go to => gaan naar
- go to bed => Ga naar bed
- go to pieces => uit elkaar vallen
- go to pot => Naar de pottenkijkers gaan
- go to sleep => slapen gaan
- go to the dogs => Achteruitgaan
Definitions and Meaning of go past in English
go past (v)
move past
be superior or better than some standard
FAQs About the word go past
voorbijgaan
move past, be superior or better than some standard
No synonyms found.
No antonyms found.
go over => Overlopen, go out => uitgaan, go on => ga door, go off half-cocked => overhaast handelen, go off at half-cock => te vroeg van start gaan,
