FAQs About the word go through

doorlopen

undergo or live through a difficult experience, apply thoroughly; think through, eat up completely, as with great appetite

doorstaan,ervaring,ondergaan,voelen,hebben,weten,zien,lijden,Volhouden,smaak

licht,beknibbelen,onduidelijk

go steady => Een vaste relatie hebben, go past => voorbijgaan, go over => Overlopen, go out => uitgaan, go on => ga door,