Dutch Meaning of getting (away)
krijgen (weg)
Other Dutch words related to krijgen (weg)
Nearest Words of getting (away)
- gets up => staat op
- gets together => samenkomen
- gets to => raakt aan
- gets out => stapt uit
- gets one's goat => iemand de geit geven
- gets on one's nerves => op iemands zenuwen werken
- gets on => gaat aan
- gets off => uitstappen
- gets along => Kan goed met elkaar opschieten
- gets a load of => krijgt een lading van
- getting (on) => Krijgen (op)
- getting a charge out of => Ergens energie uithalen
- getting a kick out of => Genieten
- getting a load of => Een vrachtlading krijgen
- getting a move on => op pad gaan
- getting across => overdragen
- getting after => pakken
- getting along => met elkaar overweg kunnen
- getting around => verplaatsen
- getting around (to) => rondgaand
Definitions and Meaning of getting (away) in English
getting (away)
No definition found for this word.
FAQs About the word getting (away)
krijgen (weg)
vluchtend,afstappen,verzachten (opwaarts),afnemen,op vakantie,breken,zwervers,stationair draaien,luiheid,luieren
strevend,grubbing,haasten,arbeidend,hameren (weg),traag,ploegen,Stekker in het stopcontact,slaaf maken,Inspanning
gets up => staat op, gets together => samenkomen, gets to => raakt aan, gets out => stapt uit, gets one's goat => iemand de geit geven,