Dutch Meaning of estranger
vreemdeling
Other Dutch words related to vreemdeling
- vreemdeling
- vervreemden
- woede
- woedend maken
- woedend maken
- Verontwaardiging
- Doorhakken
- zuur
- verergeren
- irriteren
- tegenstaan
- storen
- vervreemden
- teleurstellen
- misnoegd maken
- dissociëren
- uiteenvallen
- verdelen
- verbitteren, bitter maken
- ergeren
- ontsteken
- irriteren
- irriteren
- splitsen
- Ontvlammen
- Bug
- schuren
- onttoveren
- desillusie
- Wierook
- ergeren
- Madden
- prikken
- pijnigen
- roeren
- afzonderlijk
- scheiden
- loskoppelen
- loskoppelen
- loskoppelen
- irriteren
Nearest Words of estranger
Definitions and Meaning of estranger in English
estranger (n.)
One who estranges.
FAQs About the word estranger
vreemdeling
One who estranges.
vreemdeling,vervreemden,woede,woedend maken,woedend maken,Verontwaardiging,Doorhakken,zuur,verergeren,irriteren
verzoenen,kalmeren,sussen,verzoenen,ontwapenen,beminnen,zich inslijmen,kalmeren,verzoenen
estrangement => vervreemding, estrangedness => vervreemding, estranged => vervreemd, estrange => vervreemden, estramacon => Estramacon,