Dutch Meaning of inflame
ontsteken
Other Dutch words related to ontsteken
- woede
- irriteren
- woedend maken
- woedend maken
- irriteren
- verergeren
- ergeren
- Wierook
- woede
- gek
- Madden
- beledigen
- Verontwaardiging
- uitlokken
- pijnigen
- irriteren
- roeren
- afstrepen
- dampen
- belediging
- tegenstaan
- kruis
- verbitteren, bitter maken
- krijgen
- puf
- boos
- brandnetel
- ergernis
- prikken
- blussen
- Rimpel
- irriteren
- verbranden
- iemand op stang jagen
- De verkeerde kant op strijken
Nearest Words of inflame
- inflamed => ontstoken
- inflamer => ontstekingsbevorderend
- inflaming => ontstoken
- inflammability => ontvlambaarheid
- inflammabillty => Ontvlambaarheid
- inflammableness => ontvlambaarheid
- inflammation => ontsteking
- inflammative => ontstekingsachtig
- inflammatory => ontstekingsgevoelig
- inflammatory bowel disease => Inflammatoire darmziekte
Definitions and Meaning of inflame in English
inflame (v)
cause inflammation in
catch fire
cause to start burning
arouse or excite feelings and passions
become inflamed; get sore
inflame (v. t.)
To set on fire; to kindle; to cause to burn, flame, or glow.
Fig.: To kindle or intensify, as passion or appetite; to excite to an excessive or unnatural action or heat; as, to inflame desire.
To provoke to anger or rage; to exasperate; to irritate; to incense; to enrage.
To put in a state of inflammation; to produce morbid heat, congestion, or swelling, of; as, to inflame the eyes by overwork.
To exaggerate; to enlarge upon.
inflame (v. i.)
To grow morbidly hot, congested, or painful; to become angry or incensed.
FAQs About the word inflame
ontsteken
cause inflammation in, catch fire, cause to start burning, arouse or excite feelings and passions, become inflamed; get soreTo set on fire; to kindle; to cause
woede,irriteren,woedend maken,woedend maken,irriteren,verergeren,ergeren,Wierook,woede,gek
verzachten,verzachten,plezier,bevredigen,alstublieft,verlichten,verzachten,kalmeren,Kalm,Comfort
infixing => infixeermethode, infixed => ingevoegd, infix notation => infixnotatie, infix => infix, infirmness => zwakte,
