Dutch Meaning of detachedness
onthechting
Other Dutch words related to onthechting
- afstandelijkheid
- verlegenheid
- Bedachtzaamheid
- afstand
- bescheidenheid
- terughoudendheid
- zelfvoorzienendheid
- Zelfdiscipline
- zelfbeheersing
- zelfbeheersing
- verlegenheid
- stilte
- zwijgzaamheid
- wilskracht
- commando
- beperking
- besturing
- Discipline
- Terughoudendheid
- Inhibitie
- meesterschap
- bezit
- onthouding
- repressie
- terughoudendheid
- zelfcensuur
- zelfbeheersing
- Zelfbeheersing
- Zelfverloochening
- Zelfbestuur
- zelfbeheersing
- Zelfbeheersing
- onderdrukking
- wil
Nearest Words of detachedness
Definitions and Meaning of detachedness in English
detachedness
aloof entry 2, unconcerned, impartial, not joined or connected, not sharing any wall with another building, standing by itself, exhibiting an aloof objectivity usually free from prejudice or self-interest
FAQs About the word detachedness
onthechting
aloof entry 2, unconcerned, impartial, not joined or connected, not sharing any wall with another building, standing by itself, exhibiting an aloof objectivity
afstandelijkheid,verlegenheid,Bedachtzaamheid,afstand,bescheidenheid,terughoudendheid,zelfvoorzienendheid,Zelfdiscipline,zelfbeheersing,zelfbeheersing
Desinhibitie,voldoening,Incontinentie,aflaat,botheid,Oprechtheid,eerlijkheid,Overdaad,zelfverwaarlozing,onbeperkt
destructions => Vernielingen, destroys => vernietigt, destroyers => jagers, de-stressing => ontspannen, de-stressed => Ontspannen,