Dutch Meaning of conjoin
verbinden
Other Dutch words related to verbinden
- combineren
- medewerker
- samensmelten
- vervoegen
- verbinden
- Stel
- zekering
- meedoen
- trouwen
- verenigen
- verenigen
- verbinden
- Bondgenoot
- samenstellen
- keten
- cluster
- samengesteld
- confederale
- bijeenkomen
- sterrenbeeld
- bijeenroepen
- verzamelen
- haak
- doordringen
- competitie
- vriend
- ontmoeten
- Recombineren
- rejoin = opnieuw aansluiten
- hereniging
- herenigen
- Splitsen
- juk
- opnieuw verbinden
Nearest Words of conjoin
- conjoined => samengevoegde
- conjoined twin => Siamese tweeling
- conjoint => gezamenlijke
- conjointly => gezamenlijk
- conjugal => huwelijks
- conjugal family => Kernfamilie
- conjugal right => Conjugale recht
- conjugal visitation => conjugale bezoek
- conjugal visitation right => Recht op huwelijkse bezoekrecht
- conjugally => conjugaal
Definitions and Meaning of conjoin in English
conjoin (v)
make contact or come together
take in marriage
FAQs About the word conjoin
verbinden
make contact or come together, take in marriage
combineren,medewerker,samensmelten,vervoegen,verbinden,Stel,zekering,meedoen,trouwen,verenigen
uit elkaar gaan,losmaken,Dissecteren,dissociëren,verdelen,isoleren,deel,oplossen,sectie,afzonderlijk
conjecture => vermoeden, conjecturally => veronderstellenderwijs, conjectural => vermoedelijk, conium maculatum => gevlekte scheerling, conium => scheerling,