FAQs About the word concur (with)

Instemmen (met)

eens zijn (met),Getuigen (voor),verifiëren,authenticeren,certificeren,bevestigen,bevestigen,staven,instaan voor,getuige

Tegenspreken,het oneens zijn (met),uitdaging,wedstrijd,geschil,vraag,tegenspreken,weerleggen,weerleggen

concur (in) => [meegaan (in)], concretizing => concretisering, concretized => Geconcretiseerd, concretization => Concretisering, concreting => Betonstorten,