Dutch Meaning of caucus
Caucus
Other Dutch words related to Caucus
- partner
- Bondgenoot
- club
- samenwerken
- confederale
- consolideren
- bijeenroepen
- samenwerken
- Stel
- verzamelen
- ontmoeten
- samenvoegen
- samenstellen
- medewerker
- samenwerken
- cluster
- conglomeraat
- bijeenkomen
- verbinden
- gemaal
- Convergeren
- Federaal
- zich verenigen
- meedoen
- rendez-vous
- verenigen
- verzamelen
- concentreren
- Concentraat
- verzamelen
- vergaderen
- weer in elkaar zetten
- weer bijeenroepen
- opnieuw vergaren
- weer ontmoeten
Nearest Words of caucus
Definitions and Meaning of caucus in English
caucus (n)
a closed political meeting
caucus (v)
meet to select a candidate or promote a policy
caucus (n.)
A meeting, especially a preliminary meeting, of persons belonging to a party, to nominate candidates for public office, or to select delegates to a nominating convention, or to confer regarding measures of party policy; a political primary meeting.
caucus (v. i.)
To hold, or meet in, a caucus or caucuses.
FAQs About the word caucus
Caucus
a closed political meeting, meet to select a candidate or promote a policyA meeting, especially a preliminary meeting, of persons belonging to a party, to nomin
partner,Bondgenoot,club,samenwerken,confederale,consolideren,bijeenroepen,samenwerken,Stel,verzamelen
vertrekken,verlaten,opstijgen,uit elkaar gaan,ontbinden,verspreiden, verstrooien,dissociëren,uiteenvallen,uit elkaar gaan,losmaken
caucasus mountains => Kaukasus, caucasus => Kaukasus, caucasoid => Kaukasisch, caucasic => Kaukasisch, caucasian walnut => walnoot,