Dutch Meaning of band (together)
samenwerken
Other Dutch words related to samenwerken
Nearest Words of band (together)
Definitions and Meaning of band (together) in English
band (together)
to form a group in order to do or achieve something
FAQs About the word band (together)
samenwerken
to form a group in order to do or achieve something
samenwerken,samenwerken,verenigen,concert,concurreren,samenzweren,meedoen,competitie,Gezamenlijke zaak maken,speel bal
uit elkaar gaan,ontbinden,deel,afzonderlijk,splitsen,losmaken,Loskoppelen,oplossen,Echtscheiding,uitvallen
bananas => bananen, bamboozles => bamboozles, bamboozlements => Misleidingen, bamboozlement => bedrog, bambinos => kinderen,