Dutch Meaning of canonical
canoniek
Other Dutch words related to canoniek
- apostolisch
- klerikaal
- bisschoppelijk
- evangelisch
- evangelisch
- ministerieel
- pauselijk
- Pastoraal, landelijk
- patriarchale
- Pauselijk
- priesterlijk
- rabbijns
- rabbinaal
- priesterlijk
- sacramenteel
- gezegend
- gewijd
- goddelijk
- kerkelijk
- geestelijke
- kerkelijk
- heilig
- religieus
- heilig
- heilig
- gezegend
- kerkelijk
- geheiligd
- gewijd
Nearest Words of canonical
Definitions and Meaning of canonical in English
canonical (a)
appearing in a biblical canon
of or relating to or required by canon law
canonical (s)
reduced to the simplest and most significant form possible without loss of generality
conforming to orthodox or recognized rules
FAQs About the word canonical
canoniek
appearing in a biblical canon, of or relating to or required by canon law, reduced to the simplest and most significant form possible without loss of generality
apostolisch,klerikaal,bisschoppelijk,evangelisch,evangelisch,ministerieel,pauselijk,Pastoraal, landelijk,patriarchale,Pauselijk
leggen,seculier,slaap,niet-kerkelijk,niet-kerkelijk,profaan,wereldlijk,niet-confessioneel,niet-confessioneel
canonic => canoniek, canoness => Kanunnikes, canon law => Canoniek recht, canon bone => Pijpbeen, canon bit => canonbit,