Dutch Meaning of appropriator
toe-eigenaar
Other Dutch words related to toe-eigenaar
- geschikt
- gemonteerd
- passend
- goed
- juist
- geschikt
- aanvaardbaar
- adequate
- toepasselijk
- geschikt
- in evenwicht
- wordend
- passend
- gelukkig
- blij
- om
- ontmoeten
- nodig
- mooi
- vereist
- rechts
- in staat
- in staat
- Competent
- gepast
- Medeklinker
- Correct
- uitknippen
- behoorlijk
- welvoeglijk
- verdiend
- harmonieus
- slechts
- gerechtvaardigd
- koosjer
- gekwalificeerd
- vereiste
- respectabel
- rechtmatig
- bevredigend
- bruikbaar
- draaglijk
- getraind
- onjuist
- onvoldoende
- niet van toepassing
- ongeschikt
- ongeschikt
- incapabel
- incongruus
- onfatsoenlijk
- onbetamelijk
- ongeschikt
- ongeschikt
- ongelukkig
- onbetamelijk
- ongeschikt
- verkeerd
- ongepast
- incompetent
- onjuist
- Onbedreven
- ongelukkig
- ondraaglijk
- onaanvaardbaar
- ongeschikt
- ongepast
- ongeschikt
- ongeschikt
- onbevredigend
- ongeschoold
- ongeschoold
- ongetraind
- ongepast
- Incompatibel
- ongepast
- ongelegen
- onbetamelijk
- ongeschikt
Nearest Words of appropriator
Definitions and Meaning of appropriator in English
appropriator (n)
someone who takes for his or her own use (especially without permission)
appropriator (n.)
One who appropriates.
A spiritual corporation possessed of an appropriated benefice; also, an impropriator.
FAQs About the word appropriator
toe-eigenaar
someone who takes for his or her own use (especially without permission)One who appropriates., A spiritual corporation possessed of an appropriated benefice; al
geschikt,gemonteerd,passend,goed,juist,geschikt,aanvaardbaar,adequate,toepasselijk,geschikt
onjuist,onvoldoende,niet van toepassing,ongeschikt,ongeschikt,incapabel,incongruus,onfatsoenlijk,onbetamelijk,ongeschikt
appropriative => toe-eigenend, appropriation bill => Begrotingswet, appropriation => bestemming, appropriating => toe-eigening, appropriateness => Gepastheid,