Dutch Meaning of unhappy
ongelukkig
Other Dutch words related to ongelukkig
- slecht
- neerslachtig
- teleurgesteld
- gebroken hart
- melancholie
- verdrietig
- sorry
- van streek
- bezorgd
- blauw
- gebroken hart
- terneergeslagen
- neerslachtig
- deprimerend
- neerslachtig
- mismoedig
- ontmoedigd
- in nood
- droefgeestig
- omlaag
- neerslachtig
- neerslachtig
- slap
- verlaten
- somber
- neerslachtig
- lusteloos
- met een gebroken hart
- hopeloos
- ontroostbaar
- vreugdeloos
- neerslachtig
- melancholiek
- treurig
- bedroefd
- treurig
- Zelfmoordenaars
- verontrust
- onbehaaglijk
- bedrukt
- treurig
- benadeeld
- gekweld
- Gekweld
- somber
- neerslachtig
- Treurig
- ongemakkelijk
- donker
- woest
- wanhopig
- ontmoedigd
- somber
- mismoedig
- droevig
- Terneergeslagen
- Droevig
- grijs
- grijs
- Rouwende
- zwaar op de hand
- huilerig
- Laag
- treurig
- morbide
- somber
- klaaglijk
- Spijtig
- berouwvol
- somber
- somber
- chagrijnig
- gezonken
- tranend
- onrustig
- huilend
- huilend
- Hartszeer
- zalig
- drijvend
- Opgebeurd
- vrolijk
- vrolijk
- Verblijd
- opgetogen
- euforisch
- opgewonden
- uitbundig
- juichend
- blij
- opgeruimd
- blij
- vreugdevol
- blij
- jubelend
- vrolijk
- verrukt
- zonnig
- optimistisch
- vrolijk
- vrolijk
- inhoud
- verheugd
- aangemoedigd
- Energiek
- verrukt
- opgetogen
- verblijd
- blij
- hoopvol
- jolig
- grappig, jolig
- vrolijk
- vrolijk
- joviaal
- vrolijk
- optimistisch
- dolblij
- rhapsodisch
- roos** (ˈroːs)
- optimistisch
- tevreden
- glimlachend
- levendig
- Vitaal
- rhapsodisch
- animatie
- stralend
- vrolijk
- weldaad
- stuiteren
- zorgeloos
- onzorgvuldig
- cavalier
- makkelijk in de omgang
- Betoverd
- dartel
- dankbaar
- grijnzend.
- zorgeloos
- guitig
- lachend
- onbezorgd
- Licht
- levendig
- pittig
- pittig
- blij
- Vrolijk
- veerkrachtig
- opgetogen
- Ongeremd
- Levendig
- vlot
- bemoedigd
Nearest Words of unhappy
Definitions and Meaning of unhappy in English
unhappy (a)
experiencing or marked by or causing sadness or sorrow or discontent
generalized feeling of distress
unhappy (s)
causing discomfort
marked by or producing unhappiness
unhappy (a.)
Not happy or fortunate; unfortunate; unlucky; as, affairs have taken an unhappy turn.
In a degree miserable or wretched; not happy; sad; sorrowful; as, children render their parents unhappy by misconduct.
Marked by infelicity; evil; calamitous; as, an unhappy day.
Mischievous; wanton; wicked.
FAQs About the word unhappy
ongelukkig
experiencing or marked by or causing sadness or sorrow or discontent, generalized feeling of distress, causing discomfort, marked by or producing unhappinessNot
slecht,neerslachtig,teleurgesteld,gebroken hart,melancholie,verdrietig,sorry,van streek,bezorgd,blauw
zalig,drijvend,Opgebeurd,vrolijk,vrolijk,Verblijd,opgetogen,euforisch,opgewonden,uitbundig
unhappiness => Ongeluk, unhappily => ongelukkigerwijs, unhappied => ongelukkig, unhap => ongelukkig, unhang => loshangen,