Dutch Meaning of advertiser
adverteerder
Other Dutch words related to adverteerder
- omroeper
- marktkoopman
- boodschapper
- verkondiger
- Loper
- engel
- blazoendrager
- Koerier
- voorvoeler
- voorloper
- voorteken
- voorgerecht
- voorwaarschuwing
- voorbode
- heraut
- voorteken
- voorrijder
- voorloper
- Bord
- symptoom
- Augurium
- auspiciën
- windvaan
- onheilspellend
- voorgevoel
- voorganger
- voorverhaal
- Markering
- voorteken
- voorschaduwend
- voorbode
Nearest Words of advertiser
- advertising => reclame
- advertising agency => reclamebureau
- advertising campaign => reclamecampagne
- advertising department => Afdeling reclame
- advertising division => Afdeling reclame
- advertize => adverteren
- advertizement => advertentie
- advertizer => adverteerder
- advertizing => Reclame
- advertorial => advertorial
Definitions and Meaning of advertiser in English
advertiser (n)
someone whose business is advertising
advertiser (n.)
One who, or that which, advertises.
FAQs About the word advertiser
adverteerder
someone whose business is advertisingOne who, or that which, advertises.
omroeper,marktkoopman,boodschapper,verkondiger,Loper,engel,blazoendrager,Koerier,voorvoeler,voorloper
No antonyms found.
advertisement => advertentie, advertised => geadverteerd, advertise => adverteren , adverting => reclame, advertently => onbedoeld,
