Dutch Meaning of foregoer
voorganger
Other Dutch words related to voorganger
- engel
- voorloper
- voorbode
- heraut
- voorrijder
- voorloper
- Bord
- symptoom
- adverteerder
- omroeper
- blazoendrager
- voorvoeler
- voorteken
- voorgerecht
- boodschapper
- Loper
- Augurium
- auspiciën
- windvaan
- onheilspellend
- Koerier
- marktkoopman
- voorgevoel
- voorverhaal
- voorwaarschuwing
- voorteken
- voorteken
- voorschaduwend
- voorbode
- verkondiger
Nearest Words of foregoer
Definitions and Meaning of foregoer in English
foregoer (n.)
One who goes before another; a predecessor; hence, an ancestor' a progenitor.
A purveyor of the king; -- so called, formerly, from going before to provide for his household.
One who forbears to enjoy.
FAQs About the word foregoer
voorganger
One who goes before another; a predecessor; hence, an ancestor' a progenitor., A purveyor of the king; -- so called, formerly, from going before to provide for
engel,voorloper,voorbode,heraut,voorrijder,voorloper,Bord,symptoom,adverteerder,omroeper
dochter,afgeleide,Nakomeling,Afstammeling,Zoon,bijproduct,aftakking,uitwas,spin-off
forego => afzien van, foregleam => voorpret, foregift => voorschot, foregather => verzamelen, foreganger => Voorganger,