Dutch Meaning of acquitted

acquitted

Other Dutch words related to acquitted

synoniemen

• vrijgesproken
• opgeruimd
• vrijgesproken
• Gerechtvaardigd
• onschuldig
• foutloos
• onschuldig
• Onberispelijk
• onschuldig
• onschuldig
• onberispelijk
• lelieblank
• onbevangen
• duidelijk
• ethisch
• wet gehoorzaam
• moreel
• rechtvaardig
• verticaal
• deugdzaam

antoniemen

• verdachte
• schuldig
• schuldig
• strafbaar
• schuldig
• blaamwaardig
• te veroordelen
• veroordeeld
• veroordeeld
• afzetbaar
• strafbaar
• aangeklaagd
• lusteloos
• afgezet
• schaamtevol

Definitions and Meaning of acquitted in English

Wordnet

acquitted (s)

declared not guilty of a specific offense or crime; legally blameless

Webster

acquitted (imp. & p. p.)

of Acquit

FAQs About the word acquitted

What is the Dutch meaning of the word acquitted

Definition not available

What is the English meaning of the word acquitted

declared not guilty of a specific offense or crime; legally blamelessof Acquit

What are the synoniemen of the word acquitted

vrijgesproken,opgeruimd,vrijgesproken,Gerechtvaardigd,onschuldig,foutloos,onschuldig,Onberispelijk,onschuldig,onschuldig

What are the antoniemen of the word acquitted

verdachte,schuldig,schuldig,strafbaar,schuldig,blaamwaardig,te veroordelen,veroordeeld,veroordeeld,afzetbaar