Dutch Meaning of impeachable
afzetbaar
Other Dutch words related to afzetbaar
Nearest Words of impeachable
Definitions and Meaning of impeachable in English
impeachable (a.)
That may be impeached; liable to impeachment; chargeable with a crime.
FAQs About the word impeachable
afzetbaar
That may be impeached; liable to impeachment; chargeable with a crime.
in rekening te brengen,crimineel,schuldig,illegaal,strafbaar,onverantwoordelijk,strafbaar,roekeloos,onwettig,strafbaar
onschuldig,foutloos,foutloos,Onberispelijk,onberispelijk,perfect,zuiver,onschuldig,onschuldig
impeachability => Aanklacht, impeach => afzetten, impawning => verpanding, impawned => verbeurd verklaard, impawn => in beslag nemen,
