Dutch Meaning of perfect
perfect
Other Dutch words related to perfect
- uitstekend
- foutloos
- ideaal
- absoluut
- klassiek
- Uitzonderlijk.
- foutloos
- geweldig
- onberispelijk
- Onberispelijk
- onberispelijk
- geweldig
- geperfectioneerd
- Prentenboek
- gepolijst
- priemgetal
- naadloos
- superb
- geweldig
- Onberispelijk
- picture perfect
- nauwkeurig
- Luchtdicht
- kogelvrij
- compleet
- voltooid
- volmaakt
- Correct
- dandy
- gehele
- exact
- expert
- fabelachtig
- luxe
- prima
- afgewerkt
- eerste klas
- eersteklas
- Groot
- hoogwaardig
- onfeilbaar
- Onfeilbaar
- intact
- Woordelijk
- wonderbaarlijk
- meesterlijk
- munt
- precies
- speciaal
- superieur
- overtreffende trap
- top
- eersteklas
- Onbeschadigd
- ongeschonden
- ongedeerd
- ongerept
- onovertroffen
- geheel
- niet in orde
- slecht
- defect
- tekortschietend
- gebrekkig
- gebrekkig
- onvolmaakt
- onvoldoende
- onvolledig
- Onvoldoende
- wensen
- gebroken
- te veroordelen
- beschadigd
- feilbaar
- gewond
- verwend
- onvoltooid
- ongepolijst
- verkeerd
- laakbaar
- Afschuwelijk
- bevlekt
- verwoest
- mismaakt
- afschuwelijk
- aangetast
- onnauwkeurig
- onnauwkeurig
- onjuist
- Ongeveer
- misvormd
- geschonden
- misvormd
- bedorven
Nearest Words of perfect
- perestroika => perestrojka
- pereskia aculeata => Pereskia aculeata
- pereskia => pereskia
- pererration => omzwerving
- perennity => eeuwigheid
- perennibranchiate => kieuwvissen
- perennibranchiata => Perennibranchiata
- perennially => permanent
- perennial salt marsh aster => Vaste zoutmoerasaster
- perennial ryegrass => Engels raaigras
- perfect game => Perfecte wedstrijd
- perfect gas => Ideale gas
- perfect participle => voltooid deelwoord
- perfect pitch => Absoluut gehoor
- perfect tense => Voltooid tegenwoordige tijd
- perfecta => Perfect
- perfected => geperfectioneerd
- perfecter => vervolmaker
- perfectibilian => Verbeterbaar
- perfectibilist => perfectionist
Definitions and Meaning of perfect in English
perfect (n)
a tense of verbs used in describing action that has been completed (sometimes regarded as perfective aspect)
perfect (v)
make perfect or complete
perfect (a)
being complete of its kind and without defect or blemish
perfect (s)
without qualification; used informally as (often pejorative) intensifiers
precisely accurate or exact
perfect (a.)
Brought to consummation or completeness; completed; not defective nor redundant; having all the properties or qualities requisite to its nature and kind; without flaw, fault, or blemish; without error; mature; whole; pure; sound; right; correct.
Well informed; certain; sure.
Hermaphrodite; having both stamens and pistils; -- said of flower.
To make perfect; to finish or complete, so as to leave nothing wanting; to give to anything all that is requisite to its nature and kind.
perfect (n.)
The perfect tense, or a form in that tense.
FAQs About the word perfect
perfect
a tense of verbs used in describing action that has been completed (sometimes regarded as perfective aspect), make perfect or complete, being complete of its ki
uitstekend,foutloos,ideaal,absoluut,klassiek,Uitzonderlijk.,foutloos,geweldig,onberispelijk,Onberispelijk
niet in orde,slecht,defect,tekortschietend,gebrekkig,gebrekkig,onvolmaakt,onvoldoende,onvolledig,Onvoldoende
perestroika => perestrojka, pereskia aculeata => Pereskia aculeata, pereskia => pereskia, pererration => omzwerving, perennity => eeuwigheid,