Dutch Meaning of working (over)
werken (over)
Other Dutch words related to werken (over)
- aanvallend
- slaan
- doet
- verscholen
- raken
- kloppen
- gesel
- stuiteren
- beuken
- klap
- zweepslag
- prutsen (op)
- stansen
- uithalen
- ruwmaken (omhoog)
- aanvallende
- beuken
- bedruipen
- Slagbeurt
- zich afbeulen
- riem
- boksen
- buffeting
- Hakken
- Clubben
- Pak slaag
- liegen
- afranseling
- hameren
- veters
- schuim
- neerleggen
- mishandeling
- peddelen
- overval
- knallend
- leisteen
- klappen
- geweldig
- Pak slaag
- schakelen
- zonnen
- afrossen
- dorsen
- bonzend
- bonkend
- Walvisjacht
- enorm
- flinke
- verwonding
- in elkaar slaan
- mishandeling
- verstoppen
- curry
- afdalend (op of op)
- springen (op)
- afstraffing
- slaan
- beuk
- neerploffen (verb)
- beuken
- beuken
- ploeteren
- stormachtig
- vegen
- aanvallend
- lastigvallend
- berkenroede
- Riet
- Het gezin De Swijger
- kraken
- Göring
- zweepslag
- snijdend
- lamineren
- Leerbevestiging
- verminking
- plakken
- rennen
- geseling [χəˈsɛlɪŋ]
- stevig
- meppen
- afpersing
- barstend
- verpletterend
- Koeihuiden
- knuppel
- afranselen
- Handboeien
- geselende
- ruw leer
- sokkend
- swatting
- stampend
- whamming
- bonzen
- pak slaag
Nearest Words of working (over)
Definitions and Meaning of working (over) in English
working (over)
to do over, to beat up or manhandle with thoroughness, to subject to thorough examination, study, or treatment
FAQs About the word working (over)
werken (over)
to do over, to beat up or manhandle with thoroughness, to subject to thorough examination, study, or treatment
aanvallend,slaan,doet,verscholen,raken,kloppen,gesel,stuiteren,beuken,klap
No antonyms found.
working (on) => werkt aan, working (for) => werkzaam voor, working (at) => werkzaam bij, working (at or on) => aan het werk (op of aan), workhorses => werkpaarden,