Dutch Meaning of weaken
verzwakken
Other Dutch words related to verzwakken
- verzwakken
- verwonden
- verzachten
- kreupele
- schade
- uitputten
- deprimeren
- Devitaliseren
- verzwakken
- verzwakken
- uitlaat
- pijn
- schaden
- verlammen
- sap
- band
- Afval
- uitschakelen
- etioleren
- vermalen (naar beneden)
- Hamstrings
- schade
- Verarmen
- onbekwaam maken
- ongeldig
- opslaan
- neergeslagen
- demasculiniseren
- Wegwassen
- aftakelen
- verslijten
Nearest Words of weaken
Definitions and Meaning of weaken in English
weaken (v)
lessen the strength of
become weaker
destroy property or hinder normal operations
reduce the level or intensity or size or scope of
lessen in force or effect
weaken (v. t.)
To make weak; to lessen the strength of; to deprive of strength; to debilitate; to enfeeble; to enervate; as, to weaken the body or the mind; to weaken the hands of a magistrate; to weaken the force of an objection or an argument.
To reduce in quality, strength, or spirit; as, to weaken tea; to weaken any solution or decoction.
weaken (v. i.)
To become weak or weaker; to lose strength, spirit, or determination; to become less positive or resolute; as, the patient weakened; the witness weakened on cross-examination.
FAQs About the word weaken
verzwakken
lessen the strength of, become weaker, destroy property or hinder normal operations, reduce the level or intensity or size or scope of, lessen in force or effec
verzwakken,verwonden,verzachten,kreupele,schade,uitputten,deprimeren,Devitaliseren,verzwakken,verzwakken
versterken,versterken,energie geven,harden,werven,Rundvlees (meer),verkwikken,verjongen,seizoen,verharden
weak spot => Zwakke plek, weak point => zwak punt, weak part => Zwak punt, weak interaction => Zwakke wisselwerking, weak force => zwakke kracht,
