Dutch Meaning of weakling
Sufkut
Other Dutch words related to Sufkut
- Zwak
- verzwakt
- Karakterloos
- afgemat
- zwak
- Ongewervelden
- mietjesachtig
- gevoelloos
- zacht
- Laf
- verlegen
- knikkend
- nat
- mietje
- slap
- besluiteloos
- slap
- melkachtig
- Laf
- laf
- ontmand
- Laf
- slap
- slap
- krachteloos
- impotent
- impotent
- inefficiënt
- ineffectief
- zwak
- besluiteloos
- Lammelijk
- buigzaam
- lafaard
- machteloos
- Laaghartig
- mietje
- onderdanig
- zenuwachtig
- Gewetenloos
- Gewetenloos
- slecht
Nearest Words of weakling
Definitions and Meaning of weakling in English
weakling (n)
a person who is physically weak and ineffectual
weakling (n.)
A weak or feeble creature.
weakling (a.)
Weak; feeble.
FAQs About the word weakling
Sufkut
a person who is physically weak and ineffectualA weak or feeble creature., Weak; feeble.
Zwak,verzwakt,Karakterloos,afgemat,zwak,Ongewervelden,mietjesachtig,gevoelloos,zacht,Laf
stevig,goed,hard,moreel,rechts,rechtvaardig,sterk,taai,deugdzaam,Gewervelden
weak-kneed => knikkend, weakishness => zwakte, weakish => Zwak, weak-hearted => zwakhartig, weakfish => Pootavis,